Indawgyilake / Myitkyina
Door: Wendy
Blijf op de hoogte en volg Wendy
25 November 2006 | Myanmar, Rangoon
Indawgyilake / Myitkyina (21-25 november) (dag 11-15)
Vlucht Mandalay - Myitkyina
Vroeg opgestaan, want om 6.00 kwam de taxi om ons naar het vliegveld van Mandalay te brengen. Maar we hadden 5 uuur vertraging, dus pas 14.00 in Myitkyina. Het is hier weer lekker koel. Dit is de hoofdstad van een andere minderheidsstaat in Burma: Kachin state. De Kachin zijn grotendeels christelijk en dus ineens zien we een hoop kerken en huizen van de buitenkant voorzien van een kruis. De meeste Kachin wonen in Burma, maar ook een behoorlijk aantal woont in China, Tibet en India. Ze hebben flink verzet vertoond tegen de Japanners in de Tweede Wereldoorlog. De Kachin longyi voor mannen (met groen/paarse ruit) staat symbool voor het verzet en wordt gedragen door de NLD, de Birmese verzetspartij, of eigenlijk beter gezegd: de partij die de verkiezingen van 1990 heeft gewonnen maar aan wie het militaire regime weigert de macht over te dragen.
Naar Indawgyilake via Hopin village
De volgende dag vertrekken we naar het Indawgyi-meer. Eerst per riante express trein naar Hopin Village, een reis van vier uurtjes lekker onderuit met meer plaats om ons heen dan in Nederlandse treinen. We arriveren om 11.00. En daarna moeten we een pick-up zijn te krijgen naar het meer. Die hebben we alleen heel snel, maar gaan rijden, dat is een ander verhaal. Alhoewel hij rijdt wel, maar rondjes om mensen te ronselen, want het ding is nog lang niet vol.
Afijn, 2,5 uur later wel en we zitten hutjemutje op het dak gewrongen, met zijn zesentwintigen. Maar dan komt stap 2, we zijn de enige buitenlanders en moeten 'even' langs de migration office. Bert er dus weer vanaf. Ze moeten een kopie van ons paspoort en visum. Op zoek naar een kopieerapparaat. Dat gevonden.... maar geen stroom... volgende.... tot we een door een generator aangedreven apparaat vinden en met veel kabaal kopietjes kunnen worden gemaakt. En we kunnen dus vertrekken!
Over een vreselijk slechte weg, en dat is een eufemisme, een pas over door de bergen. We moeten ons stevig vasthouden bij alle gehobbel en na vijf minuten zegt Bert al; Dit is hell! En we moeten in totaal drie uur... Een paar Birmezen kijken ons, en vooral Bert, meewarig aan. Een biedt ons een stukje sinaasappelschil aan en doet ons voor hoe we dit uit kunnen knijpen onder onze neus, tegen de benzinedampen. Dat hadden we nog niet gemerkt, die stank, zo druk waren we bezig met ons te handhaven op die pick-up.
Als we zijn gearriveerd in lonton komen we in een guest house, tja basic zullen we maar zeggen, very basic. We raken maar zo min mogelijk aan. Een vrouw uit het dorp komt snel 'de kamer doen' , dat wil zeggen een dekentje op de houten verhoging leggen, waar we op kunnen slapen, met een klamboe, dat wel. Er is hier nog nauwelijk toerisme, er zijn plannen om over 2 jaar een eerste hotel aan het meer te bouwen. Er zijn hier in de buurt een aantal goud- en jademijnen en dat is te zien aan het aantal goudsmeden, juweliertjes en (werk)olifanten.
Boottocht over het meer
Het meer is 16 mijl bij 8 mijl en een verblijfplaats van honderden vogels die in dit jaargetijde erover heen trekken.
Wij gaan met een boot het meer langs en bezoeken een paar dorpen: Loi Man, Nyaung Pin en Lon San. Ook gaan we naar een pagode die middenin het meer ligt en waarvan de brug naar het vasteland een paar jaar geleden is weggeslagen. Je kunt er dus alleen maar zwemmend of per boot komen. Daarnaast zien we vele vogels, volgens onze gids voornamelijk: Mei nyo (purple swampuen), Din gyi (common coot), Hinn thar (whistling duck), Ye kyee kann (cormorant) en Byine (White swam).
We hebben het gevoel (met blauwe plekken welliswaar) Burma eventjes helemaal voor ons alleen te hebben. We passeren honderen vogels, maar jammer dat we in een motorboot zitten.
Verder hebben we een gezellige avond in het enige restaurantje aan het meer. Met veel kaarsen, want de stroom, die er theoretisch tussen 18.00 en 21.00 zou moeten zijn, viel constant uit. En verder genieten we ook hier weer van de soap die iedere avond wordt getoond, Koreaans, en alle huizen met tv trekken tientallen mensen.
Terug naar Hopin en Myitkyina
En dan is het weer tijd om terug te gaan en hebben tot onze grote verwondering in de pick-up alle plaats: slechts 6 mensen erop. Geweldig. Nu kunnen we ook zien door wat voor prachtig landschap we al eerder zijn gereden; bergen en jungle. Prachtig bos en grote felgekleurde bloemen.
En dan maken we ons op voor de treinreis van Hopin naar Myitkyina. Er gaat alleen een local train en dat is quite something different! Stel je een druk marktje voor van 40 vierkante meter met een wagon eromheen dat gaat rijden. Meestal vooruit, maar soms ook achteruit, rangeren etc. In alle drukte bij het instappen verliezen Bert en ik mekaar uit het oog en ik blijk aan het ene eind van een wagon te zitten en Bert aan het andere. Ondoenlijk om door alle tassen, rijst, hout, mensen, groenten bij mekaar te komen. Op zich niet erg, genoeg te zien we hebben onze boekjes om te lezen. Deze rit blijkt echter dubbel zo lang te duren als de express trein, we zullen dus pas om 22.00 aankomen.
Bij een stationshalte stapt een jongen in die me op de schouder tikt en zegt: 'Me, I'm a friend of your husband.' En hij geeft me een briefje dat Bert heeft geschreven; ' Zullen we proberen wat dichter bijelkaar te komen, het wordt donker en dronker. Hier is nog plaats.' En inderdaad zie ik de flesjes Myanmar whisky van hand tot hand gaan. Ik besluit met hem mee te lopen, buitenom, en wordt aan Bert's kant weer in de trein gehesen.
Het wordt snel donker en de kaarsjes en zaklampjes komen tevoorschijn, want verdere verlichting is er niet. Bij ieder station wordt nauwkeurig geïnspecteerd of alle bagage er nog is. Om ons heen wordt van alles het raam uitgeflikkerd bij het binnenrijden van de stations: hout, rijst etc. Geweldig om te zien. En om 22.00 hobbelen we Myitkyina binnen.
Myit-Son: de oorsprong van de Ayerwaddy
Vanuit Myitkyina maken we de dag erna nog een trip naar Myit-Son, de plek waar de Ayerwaddy begint, de belangrijkste rivier van Burma. Daar komen namelijk de Mayhka en de Malihka samen om vervolgens als 1 rivier verder te gaan. Een bedevaartsoord voor Birmezen en verder word ik er vaak om mijn nek gevlogen omdat Birmezen graag met blanken op de foto willen! Bizar.
Andere gebieden in Kachinstate
In de buurt van Myitkyina zijn nog een paar interessante plekken, bijvoorbeeld Mogok en Hpakant met zijn rubijn- en jademijnen en Putao in de Himalaya (daar had ik graag heen gewild), maar daar mag je niet zo maar heen. Zogenaamd voor je eigen veiligheid moet je dan vele honderden dollars neertellen om van een militaire escorte voorzien te worden en deze plekken te bezichtigen zonder dat ze je uit het oog verliezen. Het regime slaat zo twee vliegen in één klap: flink spekken van de staatskas en voorkomen dat toeristen dingen zien die de regering de buitenwereld liever niet toont (dwangarbeid) en (voor Mogok en Hpakant) voorkomen dat er veel kostbare stenen direct in handen van toeristen vallen (als je stenen wilt kopen, moet je daar ook idiote bedragen voor betalen om het echtheidscertificaat te krijgen. Het is strafbaar stenen zonder dit certificaat te exporteren.)
(Zie onze website http://burma.hankes.nl voor foto's en verslagen van onze reis)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley